Groeien en bloeien

Ontwikkeling & begeleiding

Bij Espira geloven we dat kinderen zich het best ontwikkelen wanneer ze écht gezien worden. Ontwikkeling begeleiden betekent voor ons: aandacht hebben voor wie een kind is, begrijpen wat het laat zien en aansluiten bij wat het nodig heeft.

Op deze pagina lees je we dat doen. Onze pedagogisch professionals werken vanuit een Scandinavische visie: natuur, rust, ruimte en vertrouwen. Dit combineren we met een stevig pedagogisch fundament uit ons beleid. Zo ontstaat een omgeving waar kinderen zich veilig voelen, nieuwsgierig worden en stap-voor-stap groeien.

Begeleiden ontwikkeling

Hoe wij ontwikkeling begeleiden

1. Eerst kijken, dan handelen

Begeleiding begint voor ons met aandachtig kijken en luisteren. We letten op emoties, lichaamstaal, initiatief in spel, reacties op anderen en momenten van rust of spanning. Vanuit die observaties ontstaat de belangrijkste basis: een warme, hechte band tussen kind en pedagogisch professional.

Pas wanneer die veiligheid er is, kiezen we hoe we aansluiten:

  • ruimte geven om zelf te ontdekken,
  • zachtjes uitnodigen tot nieuw spel,
  • meespelen om taal toe te voegen,
  • begrenzen wanneer dat nodig is,
  • of juist even niets doen en afwachten.

 

Deze manier van begeleiden komt rechtstreeks voort uit onze uitgangspunten rond sensitieve responsiviteit en afgestemd handelen. 

 

2. Ontwikkeling sturen via interactie

Onze pedagogisch professionals werken volgens zes pedagogische interactievaardigheden uit ons beleid. Dit bepaalt hoe we dagelijks ontwikkeling ondersteunen:

  • Sensitief reageren → signalen zien, emoties erkennen.
  • Autonomie respecteren → tijd geven om zélf te proberen.
  • Structuur en duidelijkheid → voorspelbaarheid en rust.
  • Interacties begeleiden → woorden geven aan sociale situaties.
  • Ontwikkeling stimuleren → passende uitdaging bieden.
  • Praten en uitleggen → ervaringen betekenis geven.

 

Deze vaardigheden maken ons handelen duidelijk, warm en doelgericht, precies wat jonge én oudere kinderen nodig hebben om te groeien.

 

Observeren

Observeren en het kindvolgsysteem

We volgen de ontwikkeling van kinderen bewust én gestructureerd:

  • dagelijks door te kijken naar spel en gedrag;
  • op vaste momenten via uitgebreide observaties;
  • vastgelegd in ons kindvolgsysteem, zoals beschreven in ons pedagogisch beleid en -werkplan.

We letten daarbij op o.a.: welbevinden, taal, motoriek, spelontwikkeling, sociale vaardigheden, zelfstandigheid en concentratie.

De observaties gebruiken we om:

  • materiaal, activiteiten en uitdaging aan te passen;
  • rust te bieden waar dat nodig is;
  • vroegtijdig te signaleren;
  • gericht met ouders in gesprek te gaan.

Mentor

De rol van de mentor

Elk kind heeft een eigen mentor. Een vast gezicht dat het kind écht goed kent. De mentor:

  • volgt de ontwikkeling nauwkeurig,
  • bespreekt signalen in het team,
  • bereidt ontwikkelgesprekken voor,
  • stemt af met ouders,
  • en zorgt voor een zorgvuldige overdracht bij overgang naar BSO of school.

Voor BSO-kinderen richt de mentor zich vooral op sociale groei, welbevinden, zelfvertrouwen en rol in de groep.

 

Voor kinderen van 0 - 4 jaar

Specifiek voor het kinderdagverblijf

Op het kinderdagverblijf ligt de nadruk op hechting, zintuiglijk ontdekken en brede ontwikkeling. De groep en de professional vormen een veilige basis waarvandaan kinderen durven onderzoeken.

Zo begeleiden we ontwikkeling op het KDV:

  • Verzorgingsmomenten gebruiken we als warme één-op-één momenten voor aandacht, taal en geborgenheid. 
  • We letten op over- en onderprikkeling en passen omgeving, licht, materiaal en tempo daarop aan.
  • Nieuwsgierigheid prikkelen we met rijke ervaringen:
  • een baby die zachte en harde materialen voelt;
  • een dreumes die geluiden, schaduwen en water ontdekt;
  • een peuter die blaadjes sorteert of modder ziet veranderen.
  • We bieden leeftijdsgerichte activiteiten binnen thema’s, zodat kinderen ervaringen herkennen én verdiepen. 
  • We bouwen ontwikkeling op in stappen: eerst voelen en verkennen, dan bewegen en experimenteren, daarna samenspel, taal, expressie en fantasie.

De observaties en gesprekken vormen steeds het kompas om begeleiding op maat te geven.

 

Voor kinderen van 4 t/m 12 jaar

Specifiek voor de BSO

Op de BSO begeleiden we vooral zelfstandigheid, sociale vaardigheden en eigenaarschap.

We kijken naar:

  • hoe kinderen hun tijd indelen;
  • welke keuzes ze maken en hoe ze samenwerken;
  • hoe ze grenzen aangeven en omgaan met conflicten;
  • wanneer ze toe zijn aan nieuwe stappen of uitdagingen.

Professionals observeren bewust van een afstandje en grijpen alleen in wanneer nodig. Ze ondersteunen kinderen bij het organiseren van activiteiten, het maken van eigen plannen en het nemen van verantwoordelijkheid. Dit versterkt zelfvertrouwen en groepsvaardigheden.

Bij kinderen die van het KDV komen, bouwen we verder op wat we eerder hebben gezien. Zo ontstaat één doorlopende leerlijn van 0 tot 12 jaar.

 

Signaleren

Als er extra zorgen zijn

Wanneer we signaleren dat een kind meer ondersteuning nodig heeft, volgen we ons zorgprotocol: eerst observeren, vervolgens intern overleggen, daarna zorgvuldig bespreken met ouders en — met toestemming — waar nodig deskundigen betrekken, zoals onze pedagogisch coach, CJG, logopedie of fysiotherapie. 

Altijd met hetzelfde doel: samen zorgen dat jouw kind zich prettig voelt en optimaal kan ontwikkelen.